Mei 2022
IM Efficiency is klaar voor ‘next step’ op de Automotive Campus
Het verduurzamen van vrachtvervoer is een flinke uitdaging. Alternatieven voor de traditionele dieseltruck zijn er wel, maar die zijn duur en er kleven nog veel praktische nadelen aan. Dat betekent niet dat er met het huidige dieselwagenpark geen stappen kunnen worden gezet. Oprichter Martijn Ildiz van IM Efficiency zet zich in om het verbruik en bijbehorende uitstoot van vrachtwagens terug te dringen door slim gebruik te maken van zonne-energie. “Ons product SolarOnTop is volwassen en we zijn klaar voor de volgende stap. Die stap willen we vanaf de Automotive Campus gaan zetten.”
Hoe is het idee voor het plaatsen van zonnepanelen op daken van vrachtwagens ontstaan?
“Tot een aantal jaar geleden deed ik veel aan ‘freerunning’. Daarbij ren je in steden over obstakels, denk aan auto’s, muren en over daken. Ik zag op veel daken zonnepanelen liggen en dacht: waarom zou je die panelen niet op daken van vrachtwagens leggen om zo de groene energie van de zon te gebruiken tijdens het rijden? Er is veel aandacht voor het vergroenen en elektrificeren van personenauto’s, maar juist met vrachtwagens kun je een forse CO2-reductie realiseren. Ze rijden immers veel kilometers en trucks verbruiken daarbij erg veel elektriciteit. Deze energie wordt gegenereerd door de dynamo. Dit is een heel inefficiënt proces. Kortom, er valt hier veel te winnen. In 2014 zijn we begonnen met het idee. Twee jaar later hadden we een concreet plan liggen.”
Hoe werkt het precies?
“De zonnepanelen maken van de vrachtwagen eigenlijk een mild hybrid. Tijdens het rijden kunnen we daardoor het verbruik terugdringen en een besparing van zo’n 6 procent realiseren. De flexibele lichtgewicht zonnepanelen maken van de trailer een mobiel zonnepark. De duurzaam gewonnen elektriciteit kan ook gebruikt worden als de chauffeur stilstaat, bijvoorbeeld voor de airconditioning, een tv of magnetron. Dat is een stuk efficiënter en milieuvriendelijker dan de gebruikelijke manier. De mogelijkheden kunnen uiteraard uitgebreid worden. Je zou de energie kunnen inzetten voor het koelen van goederen of voor het bedienen van je laadklep.”
Voor welke doelgroepen is deze oplossing interessant?
“SolarOnTop is vooral bedoeld voor zwaar goederenvervoer en langeafstandsvervoer. Transporteurs die door heel Europa rijden en veel kilometers maken. We kunnen met alle grote merken uit de voeten en hebben contact met alle grote fabrikanten. Denk aan DAF, Scania, Mercedes. We leggen uit wat we doen zodat het voor de klant geen gevolgen heeft voor de garantie. De zonnepanelen kunnen op vrijwel alle trailers gemonteerd worden. Alleen containers zijn niet mogelijk. Deze worden op schepen op elkaar gestapeld. Daar kunnen de panelen niet tegen.”
Waarom is de Automotive Campus voor jullie een ideale plek om te zitten?
“De campus in Helmond kwam voor ons al redelijk snel in beeld. We zijn begonnen in Heerlen, waar ik en mijn medeoprichters vandaan komen. Daar hebben we nog steeds onze productielocatie zitten. De locatie op de Automotive Campus bood – en biedt – ons mogelijkheden om door te groeien. Het is een inspirerende omgeving met veel interessante bedrijven en startups. Veel partijen houden zich bezig met mooie technologie, onder meer op het gebied van batterijen en zonne-energie. Er lopen niet alleen interessante bewoners rond, maar er komen ook veel andere gasten over de vloer, denk aan financierders, journalisten, politici. De campus heeft aantrekkingskracht en er liggen mooie kansen.”
Welke doelen hebben jullie gesteld voor komende tijd?
“We willen nu echt doorpakken. We hebben er afgelopen tijd een aantal mooie investeerders bijgekregen. Dat biedt grote mogelijkheden voor ons. Afgelopen jaar zijn we gegroeid van vijf naar vijftien man. Ons product is nu echt volwassen, alle kinderziektes zijn er inmiddels uit en we kunnen in serie gaan produceren. Het idee is om dit jaar de ‘next step’ in Helmond te zetten. In Heerlen groeien we uit ons jasje. De Automotive Campus biedt voor ons mogelijkheden om door te pakken en grote partijen te kunnen bedienen. Het zou mooi zijn als we dit jaar een aantal grotere transporteurs kunnen helpen om hun wagenpark te verduurzamen.”
Wat zijn hierbij de grootste uitdagingen?
“De krapte op de arbeidsmarkt is groot, maar we slagen er vooralsnog goed in om nieuwe collega’s te vinden, onder meer door goede contacten met universiteiten. Als we verder willen doorgroeien, zullen we hier verder in moeten investeren. Een goed team is een must voor succes. Op dit moment zijn vooral de chiptekorten een probleem. Al is er eigenlijk geen sprake van chiptekorten, maar sprake van een tekort aan heel veel onderdelen. Dat vraagt wat van je inkoop. Je moet slim inspelen op de situatie. Maar ook daar slaan we ons zeker doorheen. We willen nu op volle kracht vooruit en het verschil maken!”
Maart 2022
We willen graag weten of de kandidaat een echte ‘Automan’ is
“Automan is een dienstverlener, die automotive talent verbindt aan automotive bedrijven”, zo typeert Michiel Pas het bedrijf, dat al sinds 2005 op de Automotive Campus gevestigd is. “We zijn actief op de arbeidsmarkt, maar we richten ons meer op professionals in sales, marketing en management voor schadebedrijven, dealers, servicebedrijven, leasemaatschappijen, mobiliteitsbedrijven en diverse OEM’s. Het kan gaan om starters met hooguit een of twee jaar werkervaring, ervaren sales- en accountmanagers, managers met technisch talent en om senior managers.”
“Wij richten ons meestal niet op personen die al actief werk zoeken”, verduidelijkt Pas. “Die hebben vaak al meerdere opties openstaan. Wij gaan liever gericht op zoek naar een kandidaat, die aan het profiel van de opdrachtgever voldoet, zodat we ons in alle rust een beeld kunnen vormen van de kandidaat en van de fit met de nieuwe werkgever. Wij schromen ook niet om bij het zoeken naar kandidaten out-of-the-box te denken en buiten de automotive sector op zoek te gaan. Dat levert vaak verrassende kandidaten op met een frisse kijk op het werk. Maar we zoeken natuurlijk wel echte ‘automannen en -vrouwen’ met passie voor auto’s, trucks, bussen, bedrijfswagens en mobiliteit.”
Pas ondervindt soms nog wel wat hinder van het beeld dat veel buitenstaanders van de automotive sector hebben. Het werk wordt vaak geassocieerd met koude en rommelige werkplaatsen en vieze handen. Maar de automobielindustrie is door de digitalisering en door de opkomst van elektrische voertuigen erg veranderd en die ontwikkeling gaat nog verder. Door nieuwe mobiliteitsconcepten zijn vele nieuwe rollen en functies ontstaan, die helemaal niet meer met voertuigen en techniek in aanraking komen.”
Pas merkt, dat er zich de afgelopen jaren op de arbeidsmarkt grote veranderingen hebben voorgedaan. “Door corona zijn werknemers terughoudender geworden om van baan te veranderen, maar die trend was daarvoor eigenlijk ook al zichtbaar”, zegt hij. “Met name jonge kandidaten zijn veeleisender en willen meer zekerheid voordat ze een andere baan accepteren. Het gaat hen niet alleen om salaris, maar ze willen bijvoorbeeld ook graag weten wie de collega’s en de leidinggevenden zijn, hoe de bedrijfscultuur en de sfeer zijn, of de baan uitdagend genoeg is, hoe de financiële positie van de nieuwe werkgever is en wat carrièremogelijkheden op de langere termijn zijn. Ze willen weten wat ze kunnen leren en hoe ze zichzelf kunnen ontwikkelen’. Daarnaast wilen ze praten over flexibele werktijden, ouderschapsverlof, opleidingen en andere ‘softe’ arbeidsvoorwaarden, omdat de balans tussen werk en privéleven voor de jongere generatie erg belangrijk is. Dat soort onderwerpen is in de automobielsector, die toch nog redelijk traditioneel is, niet altijd gemakkelijk te bespreken. De jongere bedrijven op de campus spelen veel beter op de wensen van de jongere generatie in en zoeken ook internationaal.”
Pas merkt dat werknemers weer voorzichtig rondkijken naar nieuwe kansen nu het eind van de coronacrisis in zicht komt. Ze kijken kritisch naar de eigen positie en velen hebben het gevoel dat ze een stap gemist hebben. Voor ons is het daarom van belang om goed contact te houden met kandidaten, maar werkgevers moeten het behoud van goed personeel tot een speerpunt van het HRM-beleid maken.”
Automan is al sinds 2005 op de Automotive Campus gevestigd. Hoewel het bedrijf vooral veel zaken doet buiten de campus, vindt Michiel Pas de campus een prima plek voor zijn bedrijf. “De campus is een smeltkroes met verschillende soorten bedrijven. Er worden hier trainingen, productintroducties
en evenementen georganiseerd, waardoor er een enorme dynamiek ontstaat. En voor ons zijn natuurlijk ook de studenten van de automotive opleidingen interessant.”
December 2021
Studenten krijgen een virtuele rondleiding in de fabriek in Bosnië
Jumbo Groenewegen, producent van trailers en opleggers, is al sinds eind 2018 op de Automotive Campus in Helmond gevestigd. In de vestiging werken zo’n 12 medewerkers, die zich onder meer bezighouden met marketing en sales, engineering en werkvoorbereiding. Daarnaast worden in de werkplaats onderdelen zoals wielen, banden en andere accessoires op de trailers gemonteerd. Bovendien worden de trailers in Nederland door de RDW gekeurd. De fabriek van Jumbo Groenewegen, waar de trailers worden geproduceerd, staat in Bosnië. Daar werken bijna 200 mensen. Naast trailers worden er ook machines en andere producten gefabriceerd.
“We zijn een automotive bedrijf, maar bij ons is het allemaal erg grofstoffelijk”, zo typeert Ad van Nijnatten het bedrijf, waar hij director business line trailers is. “In de fabriek worden profielen en plaatwerk met lasers gesneden, er zijn zetbanken, er wordt gelast, gespoten en gemonteerd.”
Voor Jumbo Groenewegen is de kostprijs van de opleggers en trailers een belangrijk kengetal; zeker omdat de concurrentie hevig is. “Vandaar dat we altijd kijken naar slimme productiemethoden en naar optimalisatie van de werkzaamheden en werkprocessen. We werken vaak met studenten van bijvoorbeeld het Summa College of van Fontys Automotive, die ook allebei op de Campus gevestigd zijn. Zij moeten leren om bedrijven en processen te beoordelen. Onze medewerkers worden na verloop van tijd allemaal een beetje bedrijfsblind, maar studenten kijken met een frisse blik naar het bedrijf en ze drukken ons -mondig zoals ze tegenwoordig zijn – soms aardig met de neus op de feiten.”
Een groep studenten naar een fabriek in het buitenland sturen voor een bezichtiging is erg kostbaar en tijdrovend. Tot voor kort werkte Fontys nog met opleidingsboeken, waarin de activiteiten van een bedrijf (in tekst) omschreven werden. Op basis daarvan moesten de studenten een bedrijf analyseren en met verbetervoorstellen komen. Het moge duidelijk zijn, dat dat soort input niet ideaal is. “Onlangs is een delegatie van Fontys naar onze fabriek in Bosnië gereisd. Daar zijn interviews gedaan en is heel veel video- en 3D-materiaal opgenomen - zelfs met behulp van drones. Dat materiaal wordt met ingang van het volgende semester op een innovatieve manier digitaal aangeboden. Studenten kunnen het bekijken en op basis daarvan de bedrijfsprocessen in onze fabriek analyseren. Ook worden er specifieke opdrachten aangeboden. Deze manier van werken maakt het voor hen veel gemakkelijker omdat ze nu letterlijk een “real life” beeld van de fabriek krijgen met veel details. We zijn heel nieuwsgierig naar de verbetervoorstellen van de eerste groep studenten, die met het materiaal gewerkt hebben.”
Ad van Nijnatten vindt de samenwerking met Fontys een mooi voorbeeld, waartoe de interactie tussen bedrijven en onderwijsinstellingen op de Campus kan leiden. “Dit soort mooie kruisbestuivingen heb je op een normaal bedrijventerrein toch minder.”
Ook Lex Boon, Directeur van Automotive Campus, juigt een dergelijk initiatief toe; “Een inspirerend voorbeeld van co-creatie op ons campusterrein. Leerlingen en organisaties die een dergelijke virtuele wereld samen initiëren en ook daadwerkelijk vormgeven, is voor mij de bevestiging dat een triple-helix ecosysteem absolute meerwaarde biedt, zowel voor het onderwijs als voor organisaties”.
November 2021
“Wij ontwikkelen vooral achter gesloten deuren”
Het dochterbedrijf FEV Netherlands BV van de Duitse FEV Group vestigde zich eind 2019 met ongeveer tien medewerkers in het hoofdgebouw van de Automotive Campus. Het was de eerste locatie in Nederland van de in 2018 opgerichte BV, die tot die tijd eigenlijk voornamelijk in vestigingen van klanten of vanuit het hoofdkantoor in Aken had gewerkt. “We willen graag dichtbij onze klanten in Nederland en België zitten, omdat onze medewerkers vaak op de locatie van de klant werken. De reizen van en naar Aken en de overnachtingen bleken zowel voor medewerkers als klanten erg tijdrovend en kostbaar”, zegt Edwin Kingma, managing director van FEV Netherlands BV.
“De Automotive Campus is voor ons een prima locatie en een perfecte uitvalsbasis voor onze activiteiten in de Benelux, omdat we in de buurt van een aantal belangrijke automotive klanten zitten. Onze huisvesting op de Campus is flexibel en schaalbaar en we hoeven ons gelukkig zelf niet met allerlei facilitaire zaken bezig te houden. We willen hier uiteindelijk groeien naar een team van zo’n dertig à veertig personen, dat onze klanten - uiteraard in nauwe samenwerking en met behulp van alle know-how in het hoofdkantoor in Aken - kan ondersteunen.”
Kingma studeerde HTS Autotechniek en bleef na zijn stage als software-ontwikkelaar in de Duitse automobielindustrie hangen. Hij werkte onder meer bij de FEV Group. Na zijn terugkeer in Nederland werkte hij enkele jaren voor een ander bedrijf, maar in 2017 werd hij door FEV Groep benaderd met de vraag of hij de Nederlandse vestiging wilde opzetten. Kingma kent de FEV Group dus van binnen en van buiten.
“FEV Group is een engineering service supplier, die vooral voor OEM’s werkt en zich richt op future mobility solutions”, legt Kingma uit. “In het hoofdkantoor in Aken werken zo’n 6.300 developers aan bijvoorbeeld verbrandingsmotoren, elektrische en hybride aandrijvingen en transmissies. Dat gebeurt echter vrijwel altijd onder strikte geheimhouding achter gesloten deuren. Vandaar dat ons werk weinig bekend is.” Regelmatig echter presenteert FEV Group concepten van nieuwe e-drive traincomponenten tot volledige deelauto’s als showcases van het technologisch vernuft en als visie op de toekomst van de mobiliteit.
Juli 2021
Mede-initiatiefnemer AC FIER blikt vooruit
FIER als mede-initiatiefnemer AC FIER kent de historie van de campus als geen ander. Sterker nog, de expert in internationale automotive business development was één van de initiatiefnemers voor een Automotive Campus in Helmond. Edwin Bestebreurtje, Senior Adviseur van FIER: “In die tijd was de regio vooral bezig om een thuisbasis voor de automotive te creëren en zo de krachten te bundelen. Als FIER zijn we nog altijd trots daar een steentje aan te hebben mogen bijdragen. Sinds die tijd groeit de campus voortdurend en is er geen gebrek aan nationale en internationale interesse. Dat is mooi om te zien!”
Elektrische mobiliteit Een reden van de voortdurende groei van de campus is de opkomst van elektrische mobiliteit. FIER initieert nationale en internationale projecten om de transitie naar zero-emissie mobiliteit en renewable energy te versnellen. Bestebreurtje: “Je ziet continu progressie in de elektrische mobiliteitsbranche. FIER focust zich op duurzame mobiliteit, met name op nieuwe mobiliteit, heavy duty trucks en laadinfra. Ik denk dat we met FIER betrokken zijn geweest bij de geboorte van deze trend met een rol samen met AutomotiveNL (nu: RAI AINL) in het Interreg project ENEVATE en een belangrijke Handelsmissie die we in opdracht van het Ministerie van EZK organiseerden rondom het EVS in Shenzhen (China). Tijdens die reis zaten belangrijke Nederlandse partijen inclusief toenmalige startups met Chinese partijen om tafel om kennis en ervaringen uit te wisselen. Dat bezoek in China heeft er onder andere toe geleid dat VDL een aantal jaar later de eerste elektrische Europese stadsbussen liet rijden, die overigens op de campus in Helmond getest zijn.”
Ontmoeten op de campus Voor internationaal ontwikkelen van samenwerking zijn fysieke bezoeken nog altijd van groot belang. Met name het netwerken en ontmoeten van nieuwe personen is vaak de basis voor nieuwe initiatieven en innovatie. De afgelopen maanden was netwerken wat lastig, maar FIER kijkt met vertrouwen naar de toekomst. Bestebreurtje: “Ook tijdens corona heeft de automotive- en mobiliteitsbranche niet stilgezeten. Ik verwacht dan ook veel nieuws de komende jaren.” FIER hoopt dat de campus na de zomer snel evenementen en fysieke bijeenkomsten organiseert. Bestebreurtje: “Dat is écht de meerwaarde van de campus: de deuren staan open om snel te schakelen en snel stappen te zetten met elkaar, zowel in Nederland als internationaal. Zo groeien startups, maar ook grotere bedrijven, en leveren zij grote bijdragen aan de toekomst.”
Mei 2021
Voitures extravert heeft zich toegelegd op de volledige herproductie van klassieke auto’s met een brandstofmotor naar elektrische auto’s. Hoewel directeur Martijn van Dijk en zijn compagnon Jurgen Moerman gek zijn op Franse en Duitse klassiekers zoals de 2CV en Mercedes is de keuze gevallen op de ombouw van de Porsche 911.
“Die keuze voor de Porsche 911 is vooral gebaseerd op de prijswaarde van het model. We bouwen de auto’s helemaal om. Als je erin zit heb je het gevoel dat in een echte klassieker rijdt, maar onder de ‘motorkap’ zit de allernieuwste technologie, terwijl ook het koetswerk ingrijpend aangepast wordt. Dat soort investeringen loont niet bij een 2CV of een Renault 4, want dan staat de uiteindelijke prijs niet meer in verhouding met de waarde van de auto. Bij de Porsche 911 is dat wel het geval.” vertelt Martijn.
De keuze van de juiste klassieker was dus essentieel voor de Voitures extravert. “De Porsche 911 is een echte klassieker met een iconisch design, waarvoor veel belangstelling is. Maar je moet je klanten wel weten te vinden. Voor we begonnen hebben we uitgebreid marktonderzoek gedaan. We staan bijvoorbeeld niet op de bekende autobeurzen; voor ons zijn lifestyle evenementen zoals de European Fine Art Fair veel interessanter. We verkopen de auto’s onder meer in de Verenigde Staren, Zwitserland en Groot-Brittannië.”
Voitures extravert heeft een productiecapaciteit in de bandbreedte van 6 tot 36 auto’s per jaar. Voor het werk aan de auto en de levering van onderdelen werkt het bedrijf met een eigen netwerk van toeleveranciers. “Het zijn geen industriële volumes”, verduidelijkt Martijn. “Onze partners weten dat we kleine aantallen afnemen. Op de Automotive Campus in Helmond worden de auto’s geassembleerd en de software en de elektronica ingebouwd. De aanwezigheid van gespecialiseerde automotive bedrijven in de regio rond Eindhoven is een belangrijk voordeel van de Campus. Ik denk dat we in het totaal zo’n dertig procent van de ontwikkeling, ombouw en componenten in de regio uitbesteden.”
April 2021
Een paar weken geleden maakte Lightyear bekend, dat het bedrijf met een zeer succesvolle investeringsronde 48 miljoen dollar heeft opgehaald voor de financiering van de verdere groei. Die moet onder meer leiden tot de levering van de eerste productie-auto aan het einde van dit jaar. Maijke Receveur, Chief People & Processes Officer bij Lightyear, over de campus:
“Onze aanwezigheid op de campus in Helmond sinds 2016 heeft zeker bijgedragen aan de groei van Lightyear. De campus heeft ons geholpen flexibel te schalen. We begonnen hier met minder dan 15 medewerkers, maar we zijn inmiddels meer dan tien keer zo groot. Door het snelle schakelen van verschillende partijen zoals de Campus, de gemeente en Bouwbedrijf Van de Ven zijn huisvesting en ruimte nooit een belemmering geweest voor onze groei. Daarnaast heeft de campus aan onze groei bijgedragen door haar ecosysteem voor ons open te stellen. Omdat we betrokken werden bij evenementen van de campus of bij bezoeken door overheden, bedrijven of studenten, hebben we ons altijd goed kunnen presenteren en waren we ook in staat om ons eigen netwerk uit te breiden.“
“We verwachten tegen het einde van het jaar 300 medewerkers in dienst te hebben. Daarom zijn we op dit moment druk bezig met het ontwikkelen van een visie op de huisvesting van Lightyear voor de korte en lange termijn. Enerzijds hebben we werkruimte nodig voor specifieke activiteiten, maar anderzijds verwachten we dat een deel van onze mensen ook in de toekomst thuis zal werken. We denken, dat de campus ons bij onze verdere groei kan blijven faciliteren.”
Maart 2021
Robbert Wittmaekers, Algemeen Directeur van Vialis bij Koninklijke VolkerWessels: “Datgene wat normaal was in verkeersmanagement, is dit jaar compleet omgedraaid. De vraag is nu of we wel weer terug zullen gaan naar ‘normaal’. Als we dat niet weten, moet je dan bijvoorbeeld wel wegen verbreden?”
“Corona heeft ons perspectief veranderd, maar de afgelopen jaren waren er al transities zichtbaar. Zo zijn we in vergelijking met het verleden minder bereid om in files te staan en zien we een duidelijke verschuiving van prioriteiten naar duurzaamheid. Dit is een kans voor de automotive branche. Zo sturen onze systemen het verkeer niet alleen meer aan op verkeersaanbod, maar ook op geluid, licht en milieuwaardes. Beton is belangrijk, maar staat niet meer op zichzelf. De combinatie met systemen, dat is het belangrijkste.”
Stay Tuned
Onze
partners