Jonge bedrijven vechten voor de doorbraak van elektrische auto’s met zonnepanelen. Zit er wel brood in de zogeheten zonneauto?
Bij het ochtendkrieken van 25 juni 2019 zag een nieuwe Nederlandse auto het levenslicht. Niet voor niets wordt juist bij zonsopkomst de Lightyear One onthuld op voormalig vliegveld Valkenburg. Het is een grote elektrische auto bedekt met zonnecellen. De Lightyear One laadt zich op met zonne-energie en hoeft weinig te stekkeren. Het rijbereik is riant. Light-year, een start-up uit Helmond, heeft grootse plannen. Al honderd belangstellenden zouden voor de ‘One’ minstens 119.000 euro willen neertellen.
Op 14 januari 2020 laat Lightyear weer van zich horen, nu met een mededeling. Het team gaat terug naar de tekentafel om een goedkoper model te ontwikkelen, een elektrische ‘zonneauto’ die 50.000 euro kost en daarmee betaalbaar is voor meer mensen. De oorspronkelijke One wordt in een gelimiteerde oplage van 946 stuks gebouwd als rijdende merkreclame. Nu zoekt Lightyear druk naar investeerders om de bouw van deze visitekaartjes in 2021 te kunnen bekostigen.
Niet alleen Lightyear hikt aan tegen het productierijp maken van zonneauto’s. Ook de Duitse start-up Sono Motors zoekt veel geld om een zonnemodel werkelijkheid te maken, de Sion. De Lightyear One is een limousine. De Sion daarentegen is een praktische auto en relatief betaalbaar: circa 25.000 euro. Er zijn ruim tienduizend reserveringen. Extra crowdfunding moet in januari 50 miljoen euro opleveren om door te kunnen stoten naar de productiefase. Voor de productie gaat Sono naar Zweden.
Zonneauto’s mogen dan een sympathiek idee lijken, zit er uiteindelijk een gezond businessmodel in dit autotype? Voor ondernemers blijkbaar wel. Een nieuw initiatief is de Squad van de Amsterdamse start-up Squad Mobility (zie kader). Het lichte zonnevoertuig voor gebruik in de stad werd gepresenteerd in november 2019. Althans, alleen het idee en de schetsen zijn gepresenteerd. Want eerst moeten er investeerders, fabrikanten en klanten enthousiast worden gemaakt.
Een eerste probleem voor jonge bedrijven met zonnevoertuigen is dat ze moeten concurreren met talrijke andere start-ups in de autowereld. Het was vijftien jaar geleden bijna ondenkbaar, nu pompen investeerders die dat niet eerder deden, geld in de autowereld. Hun kapitaal gaat naar de ontwikkeling van elektrische auto’s en innovatieve autotechnologieën. Het wemelt van de start-ups. Zo heeft stofzuigerproducent James Dyson 2,5 miljard pond beschikbaar gesteld om een eigen elektroauto te ontwikkelen.
Een ander probleem voor de zonneauto is de onbekendheid van deze technologie. In Nederland valt dat mee. Er is relatief veel media-aandacht voor de (vaak winnende) studententeams uit Nederland aan de World Solar Challenge in Australië. Zonnetechnologie wordt in de klassieke autowereld echter slechts beperkt toegepast, zoals bij Toyota en Hyundai. Uit Nederlandse studententeams kon zo het initiatief voor Lightyear ontstaan als een gat in de markt.
Een uitdaging voor start-ups in de autowereld is het vinden van geld in alle fases van de ontwikkeling. Een goed idee uitwerken tot een werkend prototype is al kostbaar. Het vervolgens opzetten van een productielijn en een verkoop- en serviceorganisatie vraagt nog meer geld. Er is specialistische kennis nodig op allerlei gebied. De wijze waarop Tesla de markt verovert, blijkt een inspiratiebron voor veel jonge bedrijven. Klanten en investeerders kopen een idee dat pas later werkelijkheid wordt.
Dat geld alleen onvoldoende is, leert het avontuur van James Dyson. Hij besloot in oktober 2019 de stekker uit zijn prijzige autoproject te trekken. Het lukte hem niet een overtuigend businessmodel te maken met zijn e-auto. Vakbladen als Autonews Europe signaleren dat de technologische voorsprong van start-ups op de traditionele automerken slinkt. De autofabrikanten hebben op sommige terreinen óók een voorsprong. Anders dan start-ups weten zij alles al van productontwikkeling, productie en verkoop. Ze kopen ook startende bedrijven of smeden allianties om ontbrekende technologie en kennis te verkrijgen.
Het is dus erop of eronder voor zonneauto’s. Lightyear wil de markt liefst zelf openbreken met eigen technologie. In de geest van Tesla (veel beloven, veel waarmaken) stelt Lightyear zelfbewust dat rond 2023 de productie van honderdduizend zonneauto’s kan beginnen.
Optimisme loont. Dat toont Sono Motors. Dat project kan door. Op de deadline, 20 januari, bleek er 53 miljoen euro te zijn binnengehaald. Het is genoeg om in september 2021 de eerste Sions uit de voormalige Saab-fabriek te laten rollen.
Bron: Trouw.nl, Quirijn Visscher