“De deelnemers aan het Holland High Tech paviljoen op de IAA in München - waaronder vier bedrijven van de Automotive Campus - waren tevreden tot zeer tevreden”, zo vat Bram Hendrix, die namens RAI Vereniging de stand organiseerde, de ervaringen samen.
“Er zijn oude contacten aangehaald, nieuwe contacten opgedaan en nieuwe business opportunities besproken. De tijd zal moeten uitwijzen of die contacten uiteindelijk tot resultaat leiden, maar voor nu is de kwaliteit van de ontmoetingen voor ons de belangrijkste graadmeter voor het succes van de beurs voor de deelnemers.”
Hoewel de afvaardiging van de Nederlandse automotive industrie op de IAA in het verleden wel eens omvangrijker was, is Hendrix gezien de omstandigheden toch zeer tevreden. “Vergeet niet dat veel bedrijven nog beperkingen hebben als het om reizen en deelname aan evenementen gaat. Bovendien bevinden zich de automobielindustrie zelf en dus ook de IAA in een transitiefase. De nadruk zal meer verschuiven richting mobiliteit, verduurzaming en digitalisering. Dat zie je terug in het nieuwe beursconcept en het soort bedrijven dat deelneemt.”
Op het Holland High Tech paviljoen toonden de dertien deelnemers een mooie mix van technologie en er was genoeg te beleven. Hendrix: “De Nederlandse automotive industrie staat goed aangeschreven bij de grote buitenlandse automobielfabrikanten en hun toeleveranciers. Ze staat bekend als innovatief, vooral ook omdat de Nederlandse bedrijven goed inspelen op de transitie in de automobielindustrie. En daardoor zijn we toch vaak voorloper.”
Automotive Campus op de IAA
Tijdens de persdag op de IAA in München spraken we even met Pieter Rahusen, Commercial Manager & Business Development Automotive Campus. Hij was net zo enthousiast: “Wat een prachtig evenement om samen met campusbewoners te staan. Alles straalt hier innovatie uit. Je voelt dat er een hoop staat te gebeuren in de automotive branche, of eigenlijk in de mobiliteitswereld. De beurs geeft ook steeds meer aandacht aan bijvoorbeeld nieuwe fiets- of stepconcepten. Of aan andere mogelijkheden om de mobiliteit in drukke steden duurzamer en slimmer te maken.”
Van maandag 6 september tot zondag 12 september jl. presenteerden innovatieve bedrijven vanuit de hele wereld hun nieuwste concepten in München. RAI Automotive Industry NL realiseerde een Holland High Tech Paviljoen waar Nederlandse bedrijven hun plannen, visies en ontwerpen konden tonen. Pieter Rahusen: “Het is echt een mooie stand met Nederlands trots. Het is mooi om te zien dat deelnemers als V-Tron, Lightyear en Sekisui hier staan. Tijdens het evenement probeer ik hen zo goed mogelijk te ondersteunen met ons bestaande netwerk. En natuurlijk draag ik hier ook mijn passie voor de campus in Helmond uit.”
Drukbezocht
Lightyear stond tijdens de IAA natuurlijk ook op het Holland High Tech Paviljoen. “De Hollandse stand stond op een mooie, tactische plek”, licht Tom Selten, Business Development & Public Affairs Lead bij Lightyear toe. “We stonden met onze stand meteen vooraan in de eerste hal op een centrale plek. Zo kunnen we onze Nederlandse gastvrijheid tonen. Bij Lightyear merkten we op dag 1 meteen dat er veel aandacht was. Influencers schoten veel filmpjes en de sfeer was heel gemoedelijk.” Naast het contact met media, influencers en toeleveranciers was het ook onderling op de stand gezellig. “Natuurlijk netwerken we op de IAA met potentieel interessante leads, maar ook het netwerk van RAI Automotive Industry NL is voor ons belangrijk. Tijdens lunches, diners en op de stand leer je elkaar beter kennen. Na anderhalf jaar digitaal meeten is het leuk elkaar weer te ontmoeten.”
Lightyear presenteerde op de stand haar solartechnologie, een ontwikkeling waarmee de laatste vijf jaar grote stappen zijn gezet. In de Drivers & Business sectie van de beurs in München stond de auto. Selten: “Deze opzet werkte heel goed. We konden interessante leads op die manier uitnodigen om de auto verderop in de stad te bewonderen. Zo legden we in de stand echt de nadruk op onze solartechnologie en konden we verderop de ontwikkeling van de auto laten zien.” De solartechnologie van Lightyear is uniek, maar er zijn ook overeenkomsten tussen bedrijven op de IAA.
Selten: “Het is mooi om te zien dat elektrische oplossingen de fossiele brandstoffen verstoten. Op de beurs zijn een paar hybride varianten te zien, maar de focus ligt nu bijna volledig op elektrisch. Ook zien we mooie nieuwe merken opduiken, zoals het Chinese GWM. Goede afwerking, groot bereik en een mooie prijs. Dat is mooi om te zien.”
Ook de Japanse multinational Sekisui, die deze maand haar ‘designstudio’ op Automotive Campus zal openen, was bijzonder tevreden met de enorme aandacht voor de door hen getoonde technologische ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit.
Rakshith Kusumakar – V-Tron
“Toen we door RAI Automotive Industry NL uitgenodigd werden om deel te nemen aan de collectieve Holland-stand op IAA, hebben we niet lang na hoeven nadenken”, zegt Rakshith Kusumakar, CTO Automated Driving. “Normaal gesproken is deelname aan de IAA vrij kostbaar maar als deelnemer aan het themapaviljoen was het best aantrekkelijk. Bovendien is de IAA tegenwoordig geen pure autobeurs meer, maar het draait nu om mobiliteit in het algemeen en dat is veel meer in lijn met onze activiteiten.”
V-Tron vestigde tijdens de beurs de aandacht op technologie zoals de zelf ontwikkelde track & trace oplossingen en driver safety-systemen, die het R&D-stadium inmiddels gepasseerd zijn. Daarnaast presenteerde het bedrijf nieuwe producten zoals de CANBox, die voertuigdata verzamelt, logt en doorstuurt voor de besturing en controle van het voertuig. De CCAM-unit ondersteunt de communicatie van het voertuig met andere weggebruikers en met de infrastructuur zodat de bestuurder op het verkeer kan anticiperen. Dat is beter voor de doorstroming en het milieu en bespaart ook nog eens brandstof en geld.
Ook Kusumakar was goed te spreken over de veranderde opzet van de IAA. “De afgelopen jaren stonden de kleine bedrijven en start-ups bij elkaar in een aparte hal, waar weinig bezoekers kwamen. Dit jaar stonden de kleinere organisaties en de multinationals door elkaar heen, waardoor we veel meer aanloop kregen. We hebben veel nieuwe contacten gelegd en we hopen dat daar interessante partnerships uit ontstaan.”