HELMOND - Oud-coureur Jan Lammers sprak dinsdag in Helmond tijdens een debat over schone auto’s. Best opmerkelijk, voor iemand die jarenlang in benzineverslindende wagens scheurde. Toch heeft het milieu ook veel te danken aan de Formule 1, aldus Lammers.
Het klinkt tegenstrijdig, erkende de baas van het Nederlands Grand Prix-circus in Zandvoort. Maar, doordat in de autosport alles draait om wie de snelste is, bedenken fabrikanten van alles om nog net wat zuiniger met energie om te gaan. „En dat levert technologie op waar de hele auto-industrie iets aan heeft.”
Denk aan het gebruik van stevige maar lichte koolstofvezels in de carrosserie en speciaal soort coatings om de temperatuur in de motor te beheersen. „Een raceauto wordt niet voor niets een rijdend laboratorium genoemd. De competitie drijft de fabrikanten tot een strijd om innovaties die 24 uur per dag doorgaat. Een Grand Prix kost nu de helft minder aan benzine dan in de jaren zeventig.”
Routes naar Parijs
Lammers sprak dinsdag op de Automotive Campus. Op dit bedrijvenpark in Helmond draait het ook om het vinden van snufjes die bijdragen aan schonere en slimmere voertuigen. Vanwege het tienjarig bestaan hield de campus een debat onder de noemer ‘Realistische routes naar Parijs’. Ofwel: hoe kunnen we in de toekomst voldoen aan de strenge milieunormen uit het Akkoord van Parijs? Daarbij gaat het onder meer om het terugdringen van CO2 en andere schadelijke stoffen.
De oud-coureur bekende nog voordat het debat begon, dat hij ‘jarenlang een milieubarbaar is geweest’. „Ik reed in benzineverslindende wagens, maar gelukkig kan ik nu een hoop goedmaken.” Hij doelde op de ‘duurzame doelen’ die de Nederlandse organisatie heeft voor de Grand Prix in Zandvoort aanstaande 3 mei. Door onder meer fietsgebruik onder bezoekers te stimuleren, wordt het racefestijn ‘de duurzaamste GP van de wereld,’ aldus Lammers.
Zijn presentatie - feitelijk een reclamespot voor de Formule 1 - maakte indruk op de aanwezigen, maar al snel daarna volgde een discussie op het podium over de vraag hoe de doelen van ‘Parijs’ daadwerkelijk op tijd behaald kunnen worden. Mensen van TNO, de RDW en importeurs van Volkswagen en Toyota gingen in debat. Eén ding staat vast volgens hen vast: we moeten van de verbrandingsmotor af.
Dé oplossing?
Dat kan op allerlei manieren: met hybride auto’s, elektrische auto's, wagens op waterstof of binnenkort zelfs zonne-energie. Maar, wat is nu dé oplossing? En hoe zorg je dat de consument overzicht houdt? „We moeten niet wachten tot we zeker weten wat dé oplossing is, maar alle opties proberen”, zei Richard Smokers, onderzoeker bij TNO. „Eerst moeten we zorgen voor minder uitstoot, want er is nu een klimaatprobleem.”
Voor de autokopers die het duizelt door alle reclames op tv voor elektrische auto’s had Smokers begrip. En advies aan de branche: „Je moet burgers goed uitleggen wat de voordelen zijn, want zij maken de keuze. Maar eerst moeten elektrische auto's betaalbaarder worden. Je moet Jan met de Pet in de elektrische auto zien te krijgen. Dan moeten ze betaalbaar, beschikbaar en betrouwbaar zijn.”
Bron: ED.nl/ Simon Rood